Minder betalen om ziek te zijn

Generische geneesmiddelen zijn minstens 26 % goedkoper dan medicijnen met een merknaam. Toch bedraagt hun aandeel in België slechts 10 %. Dankzij de tegenwerking van de farmaceutische industrie staan zowel artsen als apothekers argwanend tegenover deze medicatie.

Een farmaceutisch bedrijf dat een nieuw geneesmiddel ontwikkelt, investeert daar veel geld en tijd in. Daarom krijgt het 20 jaar lang het alleenrecht om dit medicijn te verkopen om zo de kosten voor het ontwikkelen van het product recupereren. Na verloop van deze periode vervalt het patent en mogen ook andere farmaceutische producenten hetzelfde geneesmiddel, onder een andere naam, op de markt brengen. Ze kunnen daarvoor alle wetenschappelijke informatie van de patenthouder gebruiken. Het medicijn wordt pas erkend door het Ministerie van Volksgezondheid als de actieve bestanddelen even snel en in dezelfde hoeveelheid vrijkomen in het lichaam. Met andere woorden: als het een exacte kopie is. Pas als het medicijn minstens 26 % procent goedkoper is dan het referentiegeneesmiddel, wordt het een generisch geneesmiddel.

De overheid moedigt het gebruik van generische geneesmiddelen aan omdat de terugbetaling minder kost. Ze hoopt zo anderhalf miljard minder te moeten uitgeven. Maar ook voor de consument zijn ze een goede zaak! Vraag er dus naar bij de apotheker, maar ook bij de dokter. Een apotheker mag immers alleen de medicatie meegeven die op het voorschrift staat.

Enkele voorbeelden:
Perdolan bruistabletten (4,10 euro); generische variant: Nomal (2,45 euro)
Zovirax (7,18 euro); generische variant: Aciclovir Kela (3,99 euro)
Imodium (7,21 euro); generische variant: Loperamid (4,71 euro)
Nurofen (7,72); generische variant: Ibuprofen (3,35 euro)

Autorijden kan goedkoper

Of je nu rijdt met een Toyota Prius, een Volkswagen of een SUV – je kan met elke auto zuinig(er) rijden! Alles hangt af van je rijstijl.

Een auto rijdt het zuinigst met een constante snelheid en een toerental net onder 2000 (dieselmotor) of 2500 (benzinemotor). Dat betekent zo weinig mogelijk schakelen en de cruise control gebruiken, als je zoiets hebt tenminste...


Als je vertrekt schakel je zo snel mogelijk naar de hoogst mogelijke versnelling. Om het meest efficiënt op te trekken schakel je net onder de 2000 (dieselmotor) of 2500 (benzinemotor) toeren naar een hogere versnelling en daarbij geef je relatief veel gas. Het toerental hou je vervolgens onder de 2500 toeren per minuut (bij een benzinemotor) en onder de 2000 toeren per minuut (bij een dieselmotor).

Optrekken kost energie en als je remt gaat die energie weer verloren. Om zo gelijkmatig mogelijk te rijden is anticiperen onontbeerlijk.

Op de snelweg rijden de meeste auto's het zuinigst bij circa 90 km/uur. Boven de 100 km/uur neemt het brandstofverbruik exponentieel toe. Een constante snelheid van 70 tot 90 km per uur geeft een gemiddeld verbruik van 5,4 liter brandstof per 100 km. Bij een constante snelheid van 120 km is dat 7,7 liter (42 % meer), en bij een snelheid van 140 km is dat 9,4 liter (74 % meer).

Verbruikt extra energie:
- Geopende ramen. Een open raampje bij een hoge snelheid geeft tot 5 % meer brandstofverbruik.
- Airconditioning. Airconditioning die vaak gebruikt kost ongeveer 25 % meer brandstof. Gebruik met beleid (alleen indien echt nodig) kost ongeveer 10 % meer brandstof.
- Banden met een te lage bandenspanning. De adviesspanning vind je in het instructieboekje, op de achterkant van de zonneklep of aan de binnenkant van het benzineklepje.
- De motor stationair laten draaien. Schakel de motor uit als je ergens langer dan 30 seconden moet wachten. Het brandstofverbruik van een motor die stationair draait kan oplopen tot 0,5 liter per uur.
- Zware voorwerpen in of op de wagen. Elke 10 kg extra gewicht betekent een extra verbruik van 0,1 liter per 100 kilometer.
- Fietsrek, imperiaal en dakkoffers zorgen voor een grotere luchtweerstand en dus voor meer brandstofverbruik. Rijden met een dakkoffer kost 16 % meer brandstof, een fietsdrager op het dak verbruikt 20 tot 30 % meer brandstof, een klassieke imperiaal zelfs tot 40 % meer. Fietsen plaatst je bij voorkeur op een rek achteraan.
- In de stad verbruikt een auto dubbel zoveel als op de snelweg.
- Korte afstanden afleggen met een koude motor. Speciaal hiervoor werd de fiets uitgevonden.

Bronnen:
www.wegcode.bewww.ecolife.be

Steenkoolkachels

Verwarmen met steenkool wordt weer populair. De vraag naar tweedehands steenkoolkachels is enorm toegenomen. Maar of dat een goede zaak is?

Steenkool is ongeveer 40 procent goedkoper dan stookolie. Dat komt ondermeer omdat de steenkoolvoorraden nog lang niet uitgeput zijn. Er is in de wereld nog tien keer meer steenkool dan olie en gas. Bovendien beschikken veel verschillende landen over een steenkoolvoorraad. Er is dus geen select clubje van landen dat de steenkoolprijs kan bepalen.

Maar er zijn een paar minpunten. Er is de aanvoer en de opslag van de kolen en je moet de assen kwijt kunnen. Een aparte kolenkachel in de woonkamer is een optie, maar dan moet je er het vuil en het stof in huis bijnemen. Bovendien bestaat er gevaar voor CO-vergiftiging.

Ook een eenvoudig rekensommetje leert dat steenkool eigenlijk niet interessant is. Steenkool verbranden in een oude kachel geeft een rendement van 40 à 50 procent. Dat is de helft van het rendement van aardgas of stookolie. Als de kolen maar de helft kosten van gas of olie, maar het rendement is ook maar de helft, dan levert het eigenlijk geen besparing op.

En dan is er nog de factor milieu. Voor het milieu is een slechte steenkoolverbranding het slechtste wat er is. Steenkool is een brandstof die een dikke zwarte rook geeft waarin zwaveldioxide, stikstof en andere vervuilende stoffen zitten die ondermeer zure regen veroorzaken.

Conclusie: verwarmen met steenkool is een stap terug, zowel qua comfort als qua millieuzorg. En ook voor de portemonnee zijn er eigenlijk geen voordelen.

Verwarmen met biomassa

Het wordt steeds duidelijker dat we zuinig moeten omspringen met de grondstoffen van de aarde. De voorraden fossiele brandstof (aardgas, steenkool, aardolie) raken stilaan uitgeput. Overschakelen op biomassa is een voor de hand liggend alternatief.

Biomassa is een verzamelnaam voor alle brandstoffen van plantaardige (of dierlijke) oorsprong: hout, houtpellets, biogas uit keukenafval of mest, afval van land- en bosbouw en energiegewassen zoals granen, koolzaad en zonnebloempitten. Biomassa is een hernieuwbare energiebron. We kunnen immers altijd opnieuw bomen aanplanten en gewassen telen, en afval zal er altijd zijn. Tijdens hun groei absorberen planten en bomen koolstofdioxide (CO²). Als hout, wortels, bladeren of planten worden gebruikt om energie te produceren – door verbranding, vergassing, pyrolyse van hout of van landbouwgewassen – komt dezelfde hoeveelheid CO² weer in de atmosfeer terecht. De CO²-kringloop is dus gesloten; het verbrandingsproces is CO²-neutraal.

Als brandstof voor een cv-ketel wordt vaak gebruik gemaakt van houtpellets. Maar er zijn ook ketels of branders op houtblokken, houtspaanders en multibranders die met allerhande brandstoffen gevoed kunnen worden zoals graan, koolzaad, zonnebloempitten, enz. Biomassaketels kunnen perfect aangesloten worden op een bestaand cv-net.
De overheid voorziet niet onaardige fiscale en andere premies voor de installatie van dergelijke ketels. Meer info daarover vind je op http://www.premiezoeker.be/.

Bronnen:
http://www.livios.be/
http://www.infotalia.com/

Speksteenkachels

Wie er een in huis heeft zal het beamen: er gaat niets boven de natuurlijke stralingswarmte van een speksteenkachel. Speksteenkachels bestaan al honderden jaren. Speksteen is een natuurlijk materiaal dat enorm veel warmte kan opnemen en vasthouden zonder te barsten, zoals andere stenen. Na slechts 1 tot 3 uur branden heeft een speksteenkachel voldoende warmte opgeslagen om een ruimte gedurende 12 tot 24 uur gelijkmatig te verwarmen. Een speksteenkachel is wel niet in staat een kamer onmiddellijk op te warmen, zoals een klassieke houtkachel. De steen die rond de kachel zit moet eerst warm zijn voordat de kamer mee opwarmt en dat kan een tijdje duren. Maar het volstaat meestal om de kachel elke 24 uur even aan te maken om de stenen en de kamer warm te houden. Het rendement van een speksteenkachel bedraagt meer dan 90 % en de verbranding is nagenoeg volledig met minder dan 0,1 % CO in de rookgassen.
Als de kachel groot genoeg is en de hoeveelheid steen minstens 1500 kilogram weegt, kan er zelfs een centrale verwarming op aangesloten worden.
Het enige nadeel aan een speksteenkachel is de prijs. Reken op 4.000 tot 20.000 euro voor een degelijke kachel. Maar het hoge rendement en het geringe houtverbruik zorgen ervoor dat u deze investering op relatief korte termijn terugverdient. Een speksteenkachel is een aanrader voor wie er de plaats en, uiteraard, het budget voor heeft.
Bron:
www.verwarming-info.be

Houtkachels

Houtkachels zijn weer helemaal terug van weggeweest. En dat heeft natuurlijk alles te maken met de stijgende prijs van elektriciteit, aardgas en stookolie.

Houtkachels werden al volop gebruikt in de middeleeuwen, maar dat betekent niet dat dit een archaïsch verwarmingssysteem is. De hedendaagse houtkachels halen een rendement van 75 tot 80 %. Bij deze hoog rendement kachels worden de vrijgekomen gassen uit het hout naverbrand, wat extra energie en hitte genereert en de hoeveelheid rook sterk vermindert. Een hoog rendement kachel verbruikt ongeveer 35 % minder hout dan een gewone houtkachel. Bovendien is hout - in tegenstelling tot fossiele brandstoffen zoals gas, stookolie en kolen - een hernieuwbare energiebron en dus geen slechte zaak voor het milieu. Op voorwaarde dat het om afvalhout gaat, of hout uit goed beheerde bossen (met FCS-label).

Houtkachels zijn verkrijgbaar met een vermogen van 4 tot 11 Kw. Het vermogen geeft de verwarmingscapaciteit van de kachel weer. Zo zal een kachel met een vermogen van 6 Kw een ruimte van ongeveer 70 kubieke meter kunnen verwarmen. Een kachel met een vermogen van 10 Kw is geschikt voor een ruimte van 180 kubieke meter. Een centrale verwarming op hout behoort ook tot de mogelijkheden.

Bron:
www.verwarming-info.be

Elektrisch bijverwarmen

Elektrische verwarming is eenvoudig en goedkoop wat de installatie betreft: de toestellen zijn goedkoop, er is geen verbinding nodig tussen de toestellen onderling en er is geen ketel, stookkamer of schoorsteen nodig. Maar het is erg duur in verbruik! Ter vergelijking: het opwekken van 1 kWh warmte met elektriciteit kost zesmaal meer dan met gas. Een elektrisch bijverwarmingstoestel van 2000 Watt verbruikt al snel meer dan € 100 als het zes maanden lang twee uurtjes per dag wordt gebruikt. Elektriciteit is niet alleen duur, het is ook milieu-onvriendelijk. Bij de productie van elektriciteit gaat 50 tot 60 % van de energie verloren.
Kijk dus of er alternatieven mogelijk zijn. Als je huis centraal wordt verwarmd, is het misschien mogelijk een extra radiator te plaatsen. Bij decentrale verwarming kan je overwegen een zeer energiezuinige gevelkachel op aardgas te plaatsen. De nieuwe gevelkachels hebben een elektronische waakvlamontsteking waardoor ze 150 m³ per jaar minder verbruiken. Bovendien zijn het gesloten systemen, waardoor er geen CO-vergiftiging mogelijk is.


Bron:
www.milieuadvieswinkel.be

Goedkoper eten

Zelf koken is altijd goedkoper dan uit eten gaan. Maar er hangt natuurlijk ook veel af van de ingrediënten die je koopt...

Test-Aankoop heeft berekend dat Colruyt, Makro en Carrefour de goedkoopste supermarkten zijn. Aldi en Lidl staan niet eens in de top tien.

De goedkoopste producten vind je onder de 'witte' merken, zoals 'Everyday Selection' van Colruyt, '365' van Delhaize en 'N°1' van Carrefour. Vaak is het enige verschil met merkproducten de verpakking. Maar we moeten eerlijk zijn: soms is er wel degelijk een verschil in smaak of kwaliteit. De mozarella van N°1 vind ik bijvoorbeeld absoluut niet lekker, de salami van hetzelfde merk is dan weer uitstekend.

Meestal liggen de goedkoopste producten op de onderste plank of juist helemaal bovenaan. De duurste producten staan op ooghoogte. Wat rek- en strekoefeningen in de winkel kunnen dus de moeite lonen.

Toch zijn goedkope producten niet zaligmakend. De goedkope prijs betekent dat er ergens fors bespaard werd: op de prijs van de grondstoffen en/of op het loon van de arbeiders. In sommige goedkope pizza's en lasagnes wordt de kaas vervangen door een synthetisch product dat dezelfde smaak en textuur heeft, maar niets met kaas te maken heeft. Niet goed voor onze gezondheid en voor de economie. Daarom wil ik pleiten voor goede basisingrediënten waar je een eerlijke prijs voor betaalt: aardappelen en groenten rechtstreeks van bij de boer.

De Belg schijnt de kampioen van de kortingsbonnen te zijn. Dat komt ongetwijfeld omdat je er wel degelijk tientallen euro’s per maand mee kan uitsparen. Wel oppassen dat je geen dingen koopt die je eigenlijk niet nodig hebt, alleen omdat ze in promotie zijn! En soms zijn merkproducten met korting nog altijd duurder dan merkloze producten. Uitkijken dus…

Koop producten waarvan de houdbaarheidsdatum nabij is. Die zijn niet meer kraakvers, maar ook nog lang niet bedorven. Vaak kosten ze tot de helft minder.

Lokale seizoensgroenten en –fruit zijn vaak goedkoper (én gezonder) omdat ze niet over lange afstand vervoerd moesten worden en omdat ze niet in energievretende serres werden gekweekt. Een kalender met de groenten en fruit van het seizoen vind je op www.groentekalender.be.


Gezond eten hoeft niet duur te zijn

Er wordt vaak beweerd dat arme mensen het geld niet hebben om gezond te eten, maar mits een beetje creativiteit kan je ook met een beperkt budget een evenwichtige maaltijd samenstellen.

Enkele tips:

- Stoemp is de perfecte winterkost. Het is simpel, goedkoop en lekker en er valt oneindig mee te variëren. Enkele ideeën: worteltjesstoemp, spinaziestoemp, stoemp met groene kool, met knolselder, broccoli, bloemkool of erwtjes uit de diepvries.

- Lokale seizoensgroenten zijn stukken goedkoper (én gezonder) dan bijvoorbeeld boontjes uit Kenia of peultjes uit Marocco. In de winter kies je voor: kolen (groene, witte, rode, bloemkool, broccoli...) prei, wortels, knolselder, raapjes, spruiten, pastinaak, witloof...

- Elke dag vlees eten is absoluut niet nodig. Meer zelfs: het is niet gezond. Af en toe het vlees vervangen door tofu, seitan, quorn of een vegetarische groenteschijf is goed voor de portemonnee, het milieu en voor de cholesterol. De vegetarische producten van de Aldi zijn lekker en betaalbaar: 1,85 euro voor 2 burgers.

En nog een tip van Frieda VDH: Als je een grote, gestoofde ui toevoegt aan aardappelen of rijst, krijg je veel extra vitamines, mineralen en vezels binnen voor bijna geen geld.

Een gratis avondje uit

Een schitterende manier om een interessante, gratis avond te beleven is een opname van een radio- of tv-programma bijwonen. De verschillende zenders zijn voortdurend op zoek naar publiek dat de stoeltjes van een live of live-on-tape-programma komt opvullen. Ontmoet bekende Vlamingen, applaudisseer voor Peter Van de Veire of zit in het publiek van De Laatste Show. Het kost helemaal niets! Vaak krijg je nog een gratis drankje aangeboden ook. De meeste opnames gebeuren in het Brusselse, maar sommige programma’s worden bijvoorbeeld in Gent opgenomen. Meer info vind je op de website van de zender. Surf naar http://www.vtm.be/, http://www.radio1.be/, http://www.radio2.be/, http://www.vrt.be/ of http://www.vt4.be/.

Je auto goedkoop verzekeren

Veel mensen hebben een autoverzekering bij de bank waar ze klant zijn. Dat is makkelijk maar niet noodzakelijk goedkoop. Kleinere maatschappijen bieden vaak interessante formules. Zo kan je bij bepaalde maatschappijen een verzekering per kilometer afsluiten. Dat kan tot 50 % goedkoper uitvallen als je niet zoveel met de wagen rijdt. Meer info vind je bijvoorbeeld op www.kilometerverzekering.be. Sommige verzekeringen houden rekening met je woon-werkverkeer, soms zelfs met de kleur van je auto. Een rode auto verzekeren kost meer dan een grijze.

In België is alleen een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (BA) wettelijk verplicht. Deze dekt de schade die je toebrengt aan derden. Alle andere verzekeringen zijn optioneel. De module rechtsbijstand is wel sterk aan te raden. Hiermee worden alle gerechtskosten betaald, zoals de honoraria van advocaten en experts (soms van contra-experts), de administratieve kosten, enz.

Verder kan je kiezen voor een volledige of een beperkte omnium. Een beperkte omnium vergoedt de kosten veroorzaakt door brand, diefstal, glasbreuk en schade door natuurkrachten. Een volledige omnium dekt daarnaast ook de schade aan je eigen wagen, ook al ben je bij een ongeval in de fout. Een volledige omniumverzekering is de eerste 3 à 4 jaar interessant. De beperkte omniumverzekering blijft interessant, ongeacht de leeftijd van je wagen. Niet overtuigd? Zonder beperkte omniumverzekering kan een barst in de voorruit je 400 tot 700 euro kosten!

Op www.actel.be kan je je verzekering helemaal op maat samenstellen en online een offerte aanvragen. Ook Ethias biedt goedkope autoverzekeringen op maat (www.ethias.be).

Pensioensparen

Vanaf de dag dat je met pensioen gaat, zal je per maand een heel stuk minder inkomsten hebben. Het officiële pensioen zal totaal ontoereikend zijn. Het is dus echt wel een goed idee zelf een appeltje voor de dorst opzij te leggen. De overheid moedigt pensioensparen aan met een belastingvoordeel.

Al gehoord van het wonder van de samengestelde interest? Stel, je spaart 10 jaar lang 2000 euro aan 10 % en dan 20 jaar niets. Dan zal na 30 jaar je kapitaal aangegroeid zijn tot 214.000 euro. Als je de eerste 10 jaar niets spaarde en daarna gedurende 20 jaar – dus dubbel zo lang – 2000 euro spaart aan 10 % krijg je slechts 114.000 euro. Einstein noemde dit ‘het wonder van de samengestelde interest’. Het voorbeeld komt uit 'Rijk in 100 dagen' van Paul D'hoore.

Maar geen nood. Wie er niet vroeg bij was, hoeft niet te wanhopen. Je kan op elk moment met pensioensparen beginnen. Je hebt dan twee mogelijkheden: je kan instappen in een pensioenfonds of een pensioenverzekering afsluiten.

Pensioenverzekering Bij een pensioenverzekering weet je op voorhand hoeveel je spaargeld jaarlijks zal opbrengen. Dat ligt bij de meeste verzekeraars rond de 2,5 procent. Je hebt dus een goed idee van het kapitaal dat je zal ontvangen bij je pensionering.


Pensioenfonds of collectieve pensioenspaarrekening De klassieke pensioenfondsen garanderen geen minimumrendement, maar evolueren mee met de beurs. Tijdens goede beursjaren is een winst van 20 tot 30 procent geen uitzondering. Maar daar staat tegenover dat je geld kan verliezen als het minder goed gaat. Er is echter geen reden tot paniek! De ervaring leert dat het uiteindelijke rendement altijd een stuk hoger ligt dan bij een pensioenverzekering, namelijk rond de 7 à 8 %.


Wat te kiezen? Als je nog lang niet aan je pensioen toe bent, hoef je niet te twijfelen. Dan is een pensioenfonds de beste keuze. Als je stilaan de pensioenleeftijd bereikt, kan je maar beter op veilig spelen en kiezen voor de zekerheid van een pensioenverzekering.


Belastingvoordeel De overheid moedigt pensioensparen aan door een belastingvoordeel toe te kennen. Jaarlijks kan je een storting van een maximaal bedrag (voor inkomstenjaar 2009 is dat 870 euro) fiscaal in mindering brengen.

Besparen op verlichting

Alle gloeilampen in huis vervangen door spaarlampen zal je merken aan je energiefactuur. Een gloeilamp produceert immers 90 tot 95 % warmte, en slechts 5 à 10 % licht. Spaarlampen hebben een veel grotere lichtopbrengst. Ze kosten meer daar staat tegenover dat ze 10 tot 15 keer langer meegaan en tot vier keer minder verbruiken. Met 10 spaarlampen in huis bespaar je € 37 per jaar. Met 15 spaarlampen wel € 56 euro per jaar. Een halogeenlampje geeft slechts tweemaal zoveel licht als een gloeilamp, waardoor het rendement op amper 20 % komt. Bovendien zijn er vaak minstens 3 à 4 lampjes nodig om voldoende licht te hebben.

Naast spaarlampen hebben ook TL-lampen een energielabel A. Maar led’s zijn de zuinigste vorm van verlichting en gaan bovendien erg lang mee: tot 100.000 branduren. Tot voor kort hadden led's een redelijk beperkte lichtopbrengst en ook de stralingshoek was beperkt. Maar de nieuwe generatie lampen kent deze problemen niet meer. Er zijn zelfs led’s in de vorm van een gloeilamp, die je dus in een gewone fitting kan draaien.

Maar ondanks alle fantastische uitvindingen, blijft de zuinigste lamp de lamp die niet brandt.

Uit de schulden

Heb je schulden? Dan doe je er goed staan deze zo snel mogelijk af te lossen. In het rood staan kost handenvol geld. Lenen en kopen op afbetaling is tegenwoordig heel normaal. Het wordt ook aangemoedigd door winkels die probleemloos creditkaarten uitreiken. Enkele tips om te voorkomen dat de situatie uit de hand loopt.

- Vermijd nieuwe leningen voor dingen die je eigenlijk kan missen. Lenen voor een vakantie of een grote flatscreen is het domste wat je kan doen, zeggen experts.
- Leen niet extra om vorige schulden af te betalen. Meer lenen betekent altijd meer interesten aflossen, en dat kan de situatie op de lange termijn nog erger maken.
- Stel een nauwkeurig budgetplan op. Noteer alle vaste kosten (wonen, elektriciteit, gas, water, auto, internet, enz.) en zoveel mogelijk periodieke uitgaven (belastingen, verzekeringen). Bereken hoeveel geld er overblijft om van te leven en ga niet over dat budget.

- Als het een troost mag zijn: je kan altijd failliet gaan, hoe groot je inkomen ook is. Denk maar aan Michael Jackson. De kunst is om je uitgaven af te stemmen op je inkomen.
Heb je hoge kosten omdat je veel uitgeeft voor het huishouden of omdat je hobby, je auto of je huisdieren veel geld kosten? Ga dan na of deze kosten wel noodzakelijk zijn. Je uitgavenpatroon past niet bij je budget en dus zal je keuzes moeten maken.
- Laat je inkomen groeien. Zorg dat je alle financiële steun krijgt waar je recht op hebt. Dat kan bijvoorbeeld als je ziek of gehandicapt bent of deeltijds werkt. Ga langs bij een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) voor gratis advies. Op
http://www.caw.be/ vind je een overzicht van alle kantoren. Of vergroot je inkomen door wat bij te verdienen. Zie de rubriek over werken/bijverdienen.

Low Impact Man

Wat hebben we geleerd van Steven Vromman, de Low Impact Man?

Allereerst dat de planeet redden een fulltime bezigheid is waarvoor je best onbetaald verlof neemt. Verkoop vervolgens je auto, ga in de stad wonen en verplaats je uitsluitend te voet of met het openbaar vervoer. Kweek je eigen groenten, dank je microgolfoven en je stofzuiger af, neem geen douche en zeker geen bad meer, lijd kou en maak het eten klaar in een hooikist.

Maar Steven heeft ook tips voor de minder fanatieke wereldverbeteraars. Als je een regenton onder je dakgoot zet, kan je met dit water poetsen, het toilet doorspoelen en de planten water geven. Op reis gaan met het vliegtuig is uit den boze vanwege de vele liters kerosine die daarvoor nodig zijn, maar meereizen met een vrachtschip mag wel: het is goedkoop, een stuk minder belastend voor het milieu én origineel. Met een goed geïsoleerd dak zal je 30% minder energie nodig hebben. Minder vlees eten spaart tonnen CO² uit. En onverpakte voedingsmiddelen kopen, scheelt al gauw een paar vuilzakken.

Of we hiermee de planeet gaan redden, valt nog af te wachten. Maar het is alleszins beter dan onze kop in het zand steken. Toch?

De goedkoopste auto

De prijs, het model, het type brandstof: allemaal factoren die een rol spelen bij de keuze van een nieuwe auto. Er zijn echter twee factoren die je zeker niet uit het oog mag verliezen: de betrouwbaarheid en de kosten voor het onderhoud. Volgens een enquête van Test-Aankoop zijn de Japanse merken Mazda, Toyota, Honda en Suzuki het betrouwbaarst. Deze wagens staan het minst in de garage wegens defecten. Het minst betrouwbaar zijn Renault, Chrysler en Jeep.

De grote meerderheid van de Belgen laat zijn auto bij een concessiehouder onderhouden, ook na de garantieperiode. Nochtans liggen de kosten daar aanzienlijk hoger dan bij een onafhankelijke garage!

De onderhouds- en herstellingskosten liggen het hoogst bij de Duitse merken. VW is met 450 euro per jaar het duurste merk, gevolgd door BMW (428 euro/jaar) en Mercedes (412 euro/jaar). Nissan is het goedkoopste merk (143 euro/jaar), gevolgd door Honda (189 euro/jaar).

Goedkoper tanken

Benzine of diesel: het is niet meteen duidelijk met welke brandstof je het goedkoopst kunt rijden. Voor LPG is er geen twijfel: dat is, ondanks de vrij hoge installatiekosten, tot de helft goedkoper, en ook een stuk milieuvriendelijker. Door de strengere normen is LPG zelfs veiliger dan benzine, zegt Test-Aankoop. Aardgas is nog milieuvriendelijker dan LPG. Helaas zijn er in ons land slechts een tiental tankstations met aardgas.

Maar ook als je rijdt met een diesel- of benzinewagen kan je minder uitgeven aan brandstof. Hoewel de diesel- en benzineprijzen flink gezakt zijn, loont het nog altijd de moeite op zoek te gaan naar een goedkoop tankstation! Een volle tank kost er 10 tot 20 euro minder. Volgens Test-Aankoop is die goedkope brandstof even veilig als de duurdere. Vroeger waren er wel eens problemen met de kwaliteit, maar sinds de overheid grondig is beginnen controleren, zijn er geen klachten meer.

Op
www.voordeligtanken.be kan je zoeken naar het allergoedkoopste tankstation in je buurt. Je krijgt de officiële prijs te zien en meteen ook of er een prijsstijging dan wel een prijsdaling op komst is.