Minder betalen om ziek te zijn

Generische geneesmiddelen zijn minstens 26 % goedkoper dan medicijnen met een merknaam. Toch bedraagt hun aandeel in Belgiƫ slechts 10 %. Dankzij de tegenwerking van de farmaceutische industrie staan zowel artsen als apothekers argwanend tegenover deze medicatie.

Een farmaceutisch bedrijf dat een nieuw geneesmiddel ontwikkelt, investeert daar veel geld en tijd in. Daarom krijgt het 20 jaar lang het alleenrecht om dit medicijn te verkopen om zo de kosten voor het ontwikkelen van het product recupereren. Na verloop van deze periode vervalt het patent en mogen ook andere farmaceutische producenten hetzelfde geneesmiddel, onder een andere naam, op de markt brengen. Ze kunnen daarvoor alle wetenschappelijke informatie van de patenthouder gebruiken. Het medicijn wordt pas erkend door het Ministerie van Volksgezondheid als de actieve bestanddelen even snel en in dezelfde hoeveelheid vrijkomen in het lichaam. Met andere woorden: als het een exacte kopie is. Pas als het medicijn minstens 26 % procent goedkoper is dan het referentiegeneesmiddel, wordt het een generisch geneesmiddel.

De overheid moedigt het gebruik van generische geneesmiddelen aan omdat de terugbetaling minder kost. Ze hoopt zo anderhalf miljard minder te moeten uitgeven. Maar ook voor de consument zijn ze een goede zaak! Vraag er dus naar bij de apotheker, maar ook bij de dokter. Een apotheker mag immers alleen de medicatie meegeven die op het voorschrift staat.

Enkele voorbeelden:
Perdolan bruistabletten (4,10 euro); generische variant: Nomal (2,45 euro)
Zovirax (7,18 euro); generische variant: Aciclovir Kela (3,99 euro)
Imodium (7,21 euro); generische variant: Loperamid (4,71 euro)
Nurofen (7,72); generische variant: Ibuprofen (3,35 euro)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten